Dit wordt een tikkeltje persoonlijk.

Dit is de eerste keer dat ik het een beetje spannend vind om een blog te posten. Komt ‘ie.

Ik doe niet aan goede voornemens, nee.
Naja.. Er waren wel wat dingen, maar nee. Neuh, echt niet. Goede voornemens zijn zó 2013!

In mijn  vorige blog stond iets over “2014.. bla bla.. misschien het jaar…. blabla, van een halve marathon, blabla?”
Halve marathon. Ja, oké. In het kader van: “rot op met je quotes, en doe iets met je leven.” (zie tevens m’n vorige blog) bedacht ik: WHO CARES! Ik doe het. Inschrijving compleet: juni 2014 – een halve marathon.

Eerst even terugkomen op dit hier. Ik heb dit volgens mij nooit verteld – eens moet de eerste keer zijn. Ik heb nooit uitgelegd hoe mijn blogs tot stand komen. Hoe ik het bedenk, of voorbereid. Het antwoord hierop is: niet. Ik bedenk niet wat ik ga schrijven, ik ga zitten (bank: check. dekentje: check. thee (wijn): check.) en het komt. Dit is tevens de reden dat mijn verhalen (soms) wat (oké, vaak) langdradig cq. (oké, altijd) onsamenhangend zijn.

Opleiding journalistiek: nop. no check.
Grammar nazi: check.
Stof tot nadenken:  check.
Filter: noh. no check.
Denken en gelijk doen/typen: CHECK!

Dus, na dit kleine zijsprongetje (onsamenhangendheid, check) – kom ik even terug op het onderwerp halve marathon. Ik weet ook niet waarom ik m’n blog hiermee ben begonnen, want eigenlijk is het niet zo’n big deal. 21 km, ik zie daar niet zo tegenop. Sterker nog: laat hem me nu rennen, en ik ren hem volgens mij zo uit. Of het een killer-tijd wordt neuh, maar ik zal niet wandelen – hem gemiddeld met een pace van 6 minuten per kilometer lopen. Ik ren nu al 18k, 21 moet te doen zijn.

Toch gaat deze halve marathon mij iets meer brengen dan alleen het uitlopen (in hopelijk een mooie tijd), en wel het volgende: doen wat ik leuk vind. Oh, deze blog wordt openhartig. Maar soms hoort dat erbij. Ja, ik ben open. En eerlijk. Dus waarom zou ik dat nu niet zijn? Een flapuit, niet nadenken voordat ik wat zeg.. Ik kan niet verliezen: gewoon niet denken in winnen/verliezen, maar in winnen/leren – iets wat ik gisteren heb opgestoken tijdens een conferentie van charismatisch leiderschap: hij had een punt. Als je denkt in termen van winnen/leren, win je dan niet altijd?

Anyways, terug naar de kern. Deze halve marathon gaat mij mijn tijd teruggeven en het plezier vermenigvuldigen. Het eerste wat ik schrap als ik druk ben, is hardlopen. Maar tegelijkertijd is hardlopen is hetgeen wat ik het liefste doe. Nu weet ik dat sommige mensen allergisch zijn voor: “oh, ik ben verslaafd aan sporten!” of eh, “ik kan de wereld aan wanneer ik aan het lopen ben, of net klaar ben & onder die hete douche stap. Ik voel me lekker, gezond en fit. Ik voel me mezelf.” Het is zo. Voor mij is dat écht zo. Hardlopen heeft mij mijn eigenwaarde teruggeven. Oei, dit wordt pittig. Oké, komt ‘ie.

Sommigen van jullie kennen mij al wat langer. Vroeger was ik altijd al sportief: vaak als (een van de) eerste gekozen worden bij teamverdelingen op school. Voetbal, volleybal, honkbal.. Het maakte niet uit. Ik was sportief, een tomboy. Ik klom in bomen, heb zes jaar op voetbal gezeten en kwam om de haverklap thuis met blauwe knieën, splinters in mijn vinger, kapotte kleren en een modder snoet. Het sportief zijn, het doen, is nooit verdwenen, maar is wel een bepaalde periode op de achtergrond geweest. De periode dat ik 17, 18 was. Het was zo’n cirkel waarin er ‘ineens’ kilo’s op plekken zitten waarvan ik niet wist dat het überhaupt mogelijk was – en dat het ook nog eens zo snel kon gaan. Sporten was een no go. Ik was 80 kilo en 1,68. Ik zal hier geen pleidooi of dagboek van maken, maar kort gezegd: elk dieet lukte. Tot op zekere hoogte. Sonja Bakker’en, een halve sultana als tussendoortje..

Really..?

Toch gedaan, ja hoor – 10 kg eraf. En uh, 15 erbij. Schommelen, jojo’en – verschrikkelijk. Niks werkte. Net een maand achttien, en toen vertrokken naar Australië – wat heel tof was, maar niet echt meehielp. Goon (vieze wijn uit opblaasbare zak, die je als kussen kon gebruiken op Fraser Island), noodles, bier & nog meer bier. Nee, niet chill. Na een klein jaar ben ik weer thuis. Rijk aan ervaringen (maar nooit genoeg), rijk aan cellulitis. En inmiddels 85 kg.

En ja, met m’n cellulitis-praat klink ik als een typische vrouw – maar dat ben ik ook, dus dat is oké. 

De maand weet ik niet meer zo zeker, maar het was 2008. Oudste zus Kim had (en heeft nog steeds) een vriendje: Dennis, op en top sportief. Werken bij Nike, lange afstanden lopen – marathons. Van het fenomeen Nike had ik gehoord ja, maar nooit geweten dat iets wat zij zouden ontwikkelen mijn leven zo zou veranderen: en Dennis introduceerde mij.

“Hier, een paar schoenen en een chip. Één voor in je schoen, en de ontvanger is voor je iPod. Lekker rennen! Hij meet je afstanden, je calorie-verbruik, en je kunt zelfs een Powersong starten als je er ff doorheen zit..” 

Dit was het begin. Saai, afzien. Zweet op plekken die ik liever niet benoem. Tig elastiekjes versleten om dat haar van mij bij elkaar te houden. Het leed dat sport bh heet. En die hel, blaren.. Heuvel op, heuvel af. ’s ochtends, 4 keer in de week. Wekkertje om 7:00, 10km lopen. Dan naar het werk. ’s Avonds nog rennen.. Challenges aangemaakt via de (inmiddels) nike app, racen tegen m’n zussen, en later deed mama ook mee. Wie rent de meeste km’s?

“Rennen, rennen, rennen.”

Zo vaak mogelijk. De kilo’s? Geloof het of niet, ik heb me er niet op gefocust. Ik knipperde, whoop. 15 kilo eraf. In welk tijdsbestek? Geen idee. Wat ik verder heb gedaan dan hardlopen? Ik heb geleefd. Door hardlopen ben ik mezelf keihard tegen gekomen, en heb ik uiteindelijk mezelf teruggevonden. Die negatieve cirkel, was geen cirkel meer. Het werd een kaart, met als uitdaging zoveel mogelijk stukken te hebben belopen. Dat doe ik. Nu. Met hardlopen overdenk ik, leef ik in het nu. Het is troost, en uitdaging tegelijkertijd. Ik doe het als ik blij ben – als ik me klote voel.

Inmiddels, 15 kilo lichter en 6 jaar later loop ik nog steeds. Mijn bron, de Nike app, heeft 1629 km op de teller staan. 243 gemeten runs: waarbij ik niet eens altijd met mijn telefoon heb gerend: het zijn er meer.

Tweehonderddrieënveertig momenten van soms afzien, maar vaak puur geluk.
Tweehonderddrieënveertig keer onder die hete douche na een run: gezond, fit, blij.
Tweehonderddrieënveertig keer een rood hoofd, soms paars. Maar vaak rood.

Deze halve marathon is geen goed voornemen. Het is geen doel op zich. Deze run houdt mij scherp: hij herinnert me, zo’n vier keer in de week, aan hetgeen wat ik het liefste doe. Hardlopen.

Dennis: met de chip en schoenen gaf je me meer dan een goede conditie: je gaf me mezelf terug. En een nieuwe hobby 🙂
Thanks daarvoor.

running-is-a-gift

X, 
Babette

2 gedachten over “Dit wordt een tikkeltje persoonlijk.

  1. Ik word er zo wat emotioneel van! Mooi geschreven en ik wens je nog vele kilometers te gaan!

    P.S. Ik moest even lachen bij je terug blik moment op vroegah 😉 die tijd herinner ik me nog goed haha

Plaats een reactie